dinsdag 26 juni 2012

Omstreden bondskanselier versus fanatieke nazi hunter

Wat hebben een nazi hunter en een voormalige BRD-kanselier met elkaar te maken? De een was kandidaat voor het presidentschap van Duitsland in het voorjaar van 2012, de ander was bondskanselier van de BRD in de jaren zestig van de twintigste eeuw. De een was een activiste die haar leven waagde om op nazi's te jagen, de ander was een voormalig lid van de NSDAP. Deze twee personen kwamen elkaar tegen in het jaar 1968, toen nazi hunter Beate Klarsfeld een klap in het gezicht van bondspresident Kurt Georg Kiesinger gaf. Het incident werd wereldnieuws en de  29-jarige Duitse Beate was vanaf dat moment beroemd. 

Beate Klarsfeld, 1986
Nazi hunter Beate Klarsfeld
Begin 2012 stonden de kranten vol met de naderende stemming voor een nieuwe president van het Duitse parlement. Ook  Beate Klarsfeld had zich kandidaat gesteld. Ze werd geboren in 1939 en vanaf het moment dat ze in 1960 haar latere echtgenoot, de Joods-Franse Serge Klarsfeld in Parijs ontmoette, stelde dit echtpaar hun leven in doel van het 'jagen op nazi's'. Zo werden dankzij hen de voormalige nazi Klaus Barbie en de Franse politiechef Maurice Papon wegens misdaden tegen de menselijkheid opgespoord en berecht. 

Kurt Georg Kiesinger
BRD-kanselier Kiesinger
Kurt Georg Kiesinger werd in 1966 gekozen tot bondskanselier van West-Duitsland. Hij leidde drie jaar lang de zogenaamde Große Koalition, de eerste federale coalitie van CDU/CSU en SPD in de Bondsrepubliek. Deze coalitie kreeg het voor elkaar om een grotere soevereiniteit voor de Bondsrepubliek te creëren. Als er binnen het land onrust zou ontstaan, waren de geallieerden tot nu toe in staat om in te grijpen zodat de soevereiniteit van de BRD opgeheven kon worden. Door middel van de zogenaamde noodwetten zag de Geallieerde Controleraad af van eventueel militair ingrijpen. Ook werden de betrekkingen met Oost-Europese landen verbeterd tijdens kabinet-Kiesinger. 


Kiesinger krijgt klappen
Het incident dat op 7 november 1968 plaatsvond, gebeurde niet zonder reden. Beate Klarsfeld was een felle activiste gericht tegen voormalige nazi's en zij begon samen met haar man een campagne tegen Kiesinger. Hij was van 1933 tot 1945 lid geweest van de NSDAP en het echtpaar Klarsfeld, gesteund door de DDR, wilde het Duitse volk - vooral de jongeren - laten zien dat deze voormalige nazi niet aan het hoofd van de Bondsrepubliek mocht staan. Beate klom tijdens het CDU-congres het podium op, sloeg Kiesinger en riep 'nazi, nazi, nazi!'. Ze werd hierna tot 4 maanden gevangenis berecht. Tijdens het proces werd ze verdedigd door Horst Mahler, die later een van de oprichters van de linkse terreurorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF) was. Ook de RAF zou in latere jaren voormalige nazi's opsporen, maar deze terreurgroep ging een stap verder door hen ook te ontvoeren en zelfs te vermoorden. 

Beate slaat Kiesinger, 1968
Omstreden bondskanselier
Voor Kiesinger was zijn carrière als bondskanselier nog geen jaar later afgelopen. Wel bleef hij oppositieleider voor CDU/CSU tot juli 1971 en bleef lid van de Bondsdag tot 1980. In 1988 stierf hij. Over zijn nazi-verleden werd veel gespeculeerd. In recente biografieën werd hij vrijgesteld van de gedachte dat hij een overtuigde nazi was, maar in - vooral - linkse hoek wordt Kiesinger tot op de dag van vandaag gezien als een bekend voorbeeld van een onvolledige analyse van het nationaalsocialistische verleden van Duitsland.


Strijd van de Klarsfelds
Beate daarentegen bleef zich verzetten tegen het nazi-verleden. Ondanks tegenslagen bleef ze, samen met haar man, nazi's opsporen. Het kopstuk Klaus Barbie, de 'slachter van Lyon', werd na jarenlang onderzoek in 1972 in Bolivia opgespoord. Enkele jaren later richtte Beate de Beate Klarsfeld Foundation op, een organisatie die strijdt tegen antisemitisme. Ook schreef ze meerdere boeken en verscheen er een film over de Klarsfelds. Uiteindelijk werd Beate niet gekozen als bondspresident van Duitsland, maar de voormalige Oost-Duitse mensenrechtenactivist Joachim Gauck kreeg deze - voornamelijk ceremoniële - functie. 


Serge en Beate Klarsfeld, 2007 (Jeruzalem)


Voor meer literatuur en films over de Klarsfelds bekijk de volgende links:


The Children of Izieu: A Human Tragedy - boek over de joodse kinderen uit Lyon die allen gedeporteerd zijn door Klaus Barbie. 
Endstation Auschwitz : die Deportation deutscher und österreichischer jüdischer Kinder aus Frankreich ; ein Erinnerungsbuch. 
Nazi Hunter: The Beate Klarsfelds Story

zondag 24 juni 2012

Helsinki-akkoorden

Op 3 juli 1973 vond de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE) plaats. Deze conferentie vond plaats in Helsinki en was een eerste stap richting internationale samenwerking op het gebied van veiligheid, economie, wetenschap, technologie, milieu en humanitaire zaken. Landen uit beide machtsblokken, het communistische blok Sovjet-Unie en het kapitalistische blok van de Verenigde Staten, namen deel aan de conferentie.  In 1975 ondertekenden 35 landen de slotverklaring, beter bekend als de Helsinki-akkoorden

Helsinki, 1975 - Ford (Verenigde Staten) en Brezjnev (Sovet-Unie)
Sovjet-Unie
Aanvankelijk was de conferentie in 1973 bedoeld als veiligheidsconferentie. Vooral de Sovjet-Unie had belang bij de conferentie, want ze hoopte op legitimatie van diens bezetting van Oost-Europa en economische voordelen. Er werden onder andere afspraken gemaakt over militaire inspecties,  de integriteit van grenzen, de Russische overmacht in Oost-Europa, handelsrelaties en mensenrechten. Brezjnev, die toen leider van de Sovjet-Unie was, dacht een goed akkoord te hebben ondertekend, maar hij - en vele anderen - onderschatten de invloed van de afspraken over mensenrechten.  

Westerse wereld
Naast de Sovjet-Unie waren ook de andere deelnemende landen - de Verenigde Staten, Canada en alle Europese landen met uitzondering van Albanië - verrast door het effect van de Helsinki-akkoorden. West-Europa hoopte aanvankelijk door ondertekening dat de communicatie en de reisbarrières tussen oost en west zouden verbeteren. Ook hoopten ze dat het vraagstuk over mensenrechten op de agenda zou komen.  West-Duitsland hoopte op toenadering van Oost-Duitsland. 

Dissidenten
Jaren later zouden de Helsinki-akoorden in de eerste plaats niet meer worden gezien als een  veiligheidsverdrag, maar als een verdrag van de mensenrechten. De afspraken die hierover werden gemaakt, maakten het voor dissidenten in Oost-Europa mogelijk om op wettelijke basis kritiek te mogen uiten op hun regering als deze zich niet hield aan afspraken over mensenrechten. Door de akkoorden had de overheid ondertekent dat burgers bepaalde burger- en mensenrechten hadden. Juist de dissidenten zorgden ervoor dat deze aanvankelijk weinig interessante passages bekendheid kregen. 



A New History
De bekende Amerikaanse historicus John Lewis Gaddis schreef in zijn meest recente werk The Cold War: A New History (2005) het volgende over de Helsinki-akkoorden: 
"Leonid Brezhnev had looked forward, Anatoly Dobrynin recalls, to the 'publicity he would gain... when the Soviet public learned of the final settlement of the postwar boundaries for which they had sacrificed so much'... '[Instead, the Helsinki Accords] gradually became a manifesto of the dissident and liberal movement'..."
Oftewel, hij bedoelde hiermee te zeggen dat de mensen die in dit communistische systeem leefden, vanaf 1975 officieel toestemming konden eisen om te mogen zeggen wat ze dachten. Zo werd twee jaar later in Tsjechië-Slowakije Charta 77 opgericht door onder andere dissident Václav Havel, die later president van Tsjechië-Slowakije werd.


OVSE
De gevolgen van de Helsinki-akkoorden waren groot. Zo werden onder andere de grenzen van Polen en de DDR - voorheen altijd een gevoelig punt geweest - erkend. Vooral voor de DDR was deze internationale erkenning belangrijk. Niet alleen voor dissidenten en politici waren de gevolgen invloedrijk, maar ook voor de Europese inwoners van tegenwoordig. Na Helsinki volgden nog zes conferenties in verschillende Europese steden. In de jaren negentig werd de organisatie hernoemd en kreeg het de naam Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Tegenwoordig heeft de organisatie 55 lidstaten. Dankzij de Helsinki-akkoorden zijn thema's zoals mensenrechten op de politieke agenda komen te staan en tot op de dag van vandaag wordt hier veel aandacht aan geschonken. 


Honecker (DDR) en Schmidt (BRD)

vrijdag 22 juni 2012

Koude Oorlog: wiens schuld?

Het wereldtoneel werd tijdens de tweede helft van de twintigste eeuw gekenmerkt door het Oost-Westconflict. Hedendaagse historische onderzoekers hebben veel debat gevoerd over de vraag welk land de Koude Oorlog was begonnen. Er waren verschillende visies die elkaar afwisselden in het historische onderzoek. 

Traditionele visie
In de jaren vijftig overheerste het traditionele standpunt dat de Sovjet-Unie door haar expansiedrift richting het westen het conflict tussen oost en west had versterkt  vanaf 1945. De Verenigde Staten pleitten voor een vredelievende naoorlogse politiek, maar de Sovjet-Unie onder leiding van Stalin werd gezien als een agressieve tegenstander. Als argument hiervoor gebruikten de traditionalisten de agressieve incidenten zoals de Berlijnse blokkade, de overname van Tsjechië-Slowakije, de samenwerking met Noord-Korea bij de aanval op Zuid-Korea en het hardhandig neerslaan van de grote opstand in de DDR in 1953.
Een van de bekendse anti-Sovjetposters van de VS - 1949
Revisionistische visie
In de jaren zestig en zeventig werden de rollen omgedraaid. De revisionisten zagen juist de naoorlogse expansie van de Verenigde Staten als oorzaak van de Koude Oorlog. Na de Tweede Wereldoorlog waren de Verenigde Staten welvarend én hadden het monopolie op de atoombom. Door de Marshallhulp zouden de Verenigde Staten alleen maar hun eigen economische welvaart willen vergroten om er nóg rijker van te worden. De Sovjet-Unie voelde zich volgens de aanhangers van deze revisionistische visie bedreigd in economisch en militair opzicht.

Postrevisionistische visie
Volgens de laatste visie - van de postrevisionisten (jaren zeventig en tachtig) - was er geen partij die als schuldige kon worden aangewezen voor het ontstaan van de Koude Oorlog. De postrevisionistische visie zag de Koude Oorlog als het resultaat van het machstvacuüm dat na de Tweede Wereldoorlog ontstond. Terwijl er tijdens de oorlog sprake was van een multipolaire situatie (meerdere landen die even sterk waren), vielen de grootmachten Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland na de oorlog weg. De twee grootmachten Sovjet-Unie en de Verenigde Saten bleven over en dit resulteerde in een bipolaire situatie. Beide landen wilden niet dat Europa door de andere partij werd overheerst, want dat zou de machtsbalans verstoren. De postrevisionisten zagen de Koude Oorlog als een onvermijdelijk gevolg van de Tweede Wereldoorlog.  

Wisseling en vermenging van alle elementen
H.W. von der Dunk
Een historicus die deze laatste visie hanteerde, is de Nederlandse historicus Hermann Walther von der Dunk (1928), emeritus hoogleraar contemporaine en cultuurgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. De Volkskrant noemde hem in 2007  een van de beste historici die ons land kent. Von der Dunk, zelf van Duitse komaf, hield in 1969 een lezing over het begin van de Koude Oorlog. Hij behandelde de traditionele en revisionistische visie, waarbij hij  uitgebreide achtergrondinformatie gaf en zijn argumenten helder verwoordde. Hij eindigde de lezing met de volgende woorden: 
"Het blijft de onmiskenbare verdienste van de revisionisten, dat zij het oude zwart-wit-schema hebben omgegooid en ons de ogen geopend hebben voor de talrijke machtspolitieke ingrediënten in het Amerikaanse universalisme, waardoor tal van Russische reacties begrijpelijk worden. Door de Sovjet-Unie en het Stalinistische bewind echter stilzwijgend te nemen voor wat het was, zoals men een strenge winter neemt, zijn zij blind voor de ideeële kant van het Amerikaanse universalisme. In dat onnoemelijk complexe geheel van de Amerikaanse politiek storten zij zich uitsluitend op de machtspolitieke facetten. Noch de drang naar vrije markten, noch de wil om het communisme overal in te dammen, noch de wens om de wereld volgens eigen beeld te hervormen, noch de eis de Amerikaanse belangen boven al veilig te stellen, noch de verontrusting over de methoden van het Stalinisme, noch het geloof in Amerika's zending om de mensheid gelukkig te maken vormden dé motor van alle beslissingen. Het was een onophoudelijke wisseling en vermenging, in telkens andere samenstelling, van al deze elementen samen."
Welke visie men ook aannam, feit bleef wel dat door het Oost-Westconflict Duitsland een bijzondere plek innam op de agenda van de internationale politiek. De toekomst van Duitsland bleef na 1945 onderwerp van discussie en debat. Juist omdat Duitsland bezet werd door de geallieerden en de Sovjettroepen, werd hier de scheiding tussen oost en west vastgelegd. Later zouden het IJzeren Gordijn en de Berlijnse Muur het conflict tussen de communistische en kapitalistische wereld ook zichtbaar maken in het dagelijkse leven van de inwoners van Oost- en West-Duitsland.

donderdag 21 juni 2012

Oost tegen West, Noord tegen Zuid

Vanaf het jaar 1950 werd de wereldgeschiedenis gekenmerkt door een duidelijke scheiding tussen Oost en West. Er ontstond een communistisch blok dat lijnrecht tegenover het kapitalistische blok kwam te staan. De visies en handelingen van de twee grootmachten, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten, bepaalden vanaf dit moment de wereldgeschiedenis. Om de huidige politieke situatie te begrijpen, is kennis van het verleden noodzakelijk. Twee Belgische historici, Mark van den Wijngaert en Herman de Prins, schreven hier een boek over: Oost tegen West, Noord tegen Zuid: de wereldgeschiedenis vanaf 1950. Dit globale overzichtswerk geeft in grote lijnen de wereldgeschiedenis vanaf 1950 tot het einde van de twintigste eeuw weer.

Literatuur over de Koude Oorlog
In het eerste deel van het boek komt de Koude Oorlog uitgebreid aan bod. Zo is er ook een hoofdstuk aan de Koreaoorlog gewijd. Deze oorlog begon in 1950 en resulteerde in een communistisch Noord-Korea en een kapitalistisch Zuid-Korea. De drie jaar durende oorlog was een keerpunt in de wereldgeschiedenis, omdat Oost en West hier recht tegenover elkaar stonden. Ook voor de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) en de Duitse Democratische Republiek (DDR) werd het Oost-West-conflict bevestigt door de Korea-oorlog. Hoewel beide landen niet meevochten in Korea, deden hun ideologische medestanders dat wel. Vanaf 1945 was Noord-Korea bezet door de Sovjet-Unie, die later samen met China ten strijde trok. De Verenigde Staten had Zuid-Korea bezet en werd geholpen door een VN-troepenmacht, die onder andere bestond uit Canadese, Franse, Engelse, Belgische en Nederlandse aandelen. De Koreaanse oorlog, waarbij aan beide zijden tienduizenden slachtoffers vielen, was een hevige en bloedige oorlog. Pas na de dood van Stalin en de komst van Dwight Eisenhower als president van de Verenigde Staten werd er in juli 1953 een wapenstilstand ondertekend. Echter, tot op heden is er nog geen vredesverdrag ondertekend, dus formeel zijn Noord- en Zuid-Korea nog steeds in oorlog met elkaar.



Veiligheidsgarantie voor West-Duitsland
Wat had de Koreaoorlog te maken met Duitsland? De Duitse historicus Gabriele Metzler legde in haar boek Einführung in das Studium der Zeitgeschichte een verband tussen de oorlog en de situatie in Europa en Duitsland. Doordat Noord- en Zuid-Korea, net als Oost- en West-Duitsland, uit een communistisch en kapitalistisch blok bestond, rees in West-Duitsland de vraag hoe zij de binnenlandse veiligheid konden blijven garanderen. In de DDR was de Kasernierten Volkspolizei (KVP) opgericht, een bewapende eenheid van de politie en de militaire voorloper van de Nationalen Volksarmee (NVA - Nationaal Volksleger). De BRD had nog geen recht op een eigen leger en kon dus ook niet haar eigen veiligheid garanderen. Herbewapening was een gevoelig punt bij de geallieerden, omdat de demilitarisering van West-Duitsland besproken was. Vooral Frankrijk was tegen de herbewapening van de BRD. Het Pleven-plan, geïntroduceerd door de Franse minister-president René Pleven, was volgens de geallieerden een beter alternatief om de BRD te kunnen beschermen tegen het communistische gevaar. Er zou een gezamenlijk Europees leger komen. dat de naam Europese Defensiegemeenschap (EDG) zou krijgen. Dit leger is er nooit gekomen. Het voorstel kreeg niet genoeg stemmen in Frankrijk, omdat de angst voor de Sovjet-Unie na de dood van Stalin in 1953 dusdanig was verminderd, zodat een supranationaal leger niet meer een prioriteit was.


Militaire machtsblokken
Uiteindelijk werd de BRD in 1955 lid van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Als reactie daarop richtte Sovjetleider Chroesjtsjov in dat zelfde jaar het Warschaupact op. Dit was een militair bondgenootschap tussen de communistische landen in Europa, waarvan ook de DDR lid was. Zo bestond er vanaf 1955 ook een militaire scheiding tussen West en Oost: de NAVO versus het Warschaupact.


Europa: verdeeld in een NAVO- en Warschaupactblok

woensdag 20 juni 2012

Adenauer: Der Alte


Konrad Adenauer
Geen man is zo belangrijk geweest voor de Bondsrepubliek Duitsland als bondskanselier Konrad Adenauer was. Hij presteerde het om een land in puin - zowel letterlijk als figuurlijk - op te bouwen tot een democratische, welvarende staat die goede betrekkingen met West-Europa en de Verenigde Staten had. Adenauer - ook wel Der Alte genoemd, omdat hij tot op hoge leeftijd op politiek gebied actief was - werd gezien als 'de vader van Duitsland'. In 2003 werd Adenauer door de kijkers van de ZDF (Zweites Deutsches Fernsehen) verkozen als Grootste Duitser aller tijden bij het programma Unsere Besten

Echter, hoe waren Adenauers betrekkingen met het buitenland? Hij werkte nauw samen met West-Europa en de VS, maar was dit ook het geval met de DDR en de Sovjet-Unie? Om hierop antwoord te kunnen geven, is het belangrijk om meer te weten over Adenauers persoonlijke achtergrond. Hij was afkomstig uit het Rijnland en was daarom zijn hele leven meer op het westen dan op het oosten gericht. Hij zag Rijnland als het hart van Duitsland, waar hij de Bondsrepubliek Deutschland mee bedoelde. Qua geloofsvisie was hij conservatiefchristelijk en was daarom fel gekant tegen atheïstische en communistische overtuigingen. Zijn politieke overtuigingen waren hieruit voort gegroeid. 

Adenauer streefde naar buitenlandse erkenning, integratie in West-Europa en een Duits-Franse verzoening. In de veertien jaar dat hij als bondskanselier werkte, bereikte hij deze drie punten. Twee jaar na zijn benoeming in 1949 verwierf hij het recht om een eigen buitenlandse politiek te voeren. De jaren vijftig zorgden voor belangrijke ontwikkelingen in het proces van de zogeheten Westbindung. De Bonner-verdragen, het Verdrag van Parijs en het Schuman-plan om de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) op te richten waren allen ook ondertekend door de BRD, zodat de eerste stappen naar Europese integratie waren genomen. In 1955 sloot de BRD zich aan bij de NAVO, waardoor het land eindelijk de soevereiniteit verwierf die Adenauer had nagestreefd. De beëindiging van het bezettingsstatuut was een feit geworden. Het conflict met Frankrijk over Saarland - waar ik eerder een blog over heb geschreven - werd in 1957 beëindigd, doordat het Saarland verenigd werd met de BRD. 

Anti-Sovjet-poster van de
CDU parlementsverkiezingen, 1953
Pas na het aftreden van Adenauer als bondskanselier in 1963 bleek zijn buitenlandse politiek sterk eenzijdig te zijn geweest. Al die jaren had hij zich sterk gericht op West-Europa en de Verenigde Staten, maar niet op het oosten. Adenauer was zelf sterk anti-communistisch, dit was ook te zien aan de hiernaast afgebeelde illustratie van een verkiezingsposter van Adenauers partij, de CDU (Christlich Demokratische Union Deutschlands). De DDR werd gezien als 'bezet en onderdrukt gebied' en Adenauer en zijn regering geloofden dat zij alleen het recht hadden om voor het hele Duitse volk te spreken. De Hallstein-doctrine was een belangrijk instrument hiervoor: deze doctrine hield in dat de BRD elke diplomatieke betrekkingen zou verbreken met de landen die de DDR als staat erkenden, ook zou de BRD geen diplomatieke betrekkingen aangaan met landen die de DDR al als staat hadden erkend. Dit principe werd vanaf 1955 jarenlang gehandhaafd. Een uitzondering hierop was dat Bonn in 1955 diplomatieke betrekkingen met Moskou aanging. Pas begin jaren zeventig werd de regide doctrine opgeheven, waarna de DDR meteen door de BRD, België en later ook door Nederland erkend werd.

Het valt niet te ontkennen dat Adenauer tijdens zijn regeerjaren voor een bloeiend, welvarend en democratisch West-Duitsland heeft gezorgd - mede dankzij de Marshall-hulp vanuit de Verenigde Staten en hulp van West-Europese landen. De BRD was nu een volwaardig lid van de West-Europese gemeenschap en had haar soevereiniteit weer terug. Echter, de verhouding met het 'andere Duitsland', de DDR, en andere communistische landen was alleen maar moeilijker geworden. Deze relatie zou door Adenauers beleid zelfs verslechterd en verhard zijn. 

Nu blijft de vraag over door welke kijkers Adenauer in 2003 tot Grootste Duitser aller tijden is benoemd. Zouden voormalige bewoners van de DDR ook op hem gestemd hebben? Of zouden de bewoners van de voormalige BRD zowiezo al een voorsprong hebben aangezien westelijk Duitsland ongeveer vier keer zoveel inwoners telt als oostelijk Duitsland? Cijfers zijn slechts relatief, doch kunnen wel een indicatie geven van de impact van de handelingen van een man zoals Adenauer. 

Monument Adenauer -
Adenauerplatz Berlijn

dinsdag 19 juni 2012

De man achter de schermen: Carlo Trojan



Carlo Trojan
De Volkskrant noemde Carlo Trojan in een artikel uit 1997 de machtigste ambtenaar van Nederland. Trojan - nu gepensioneerd - was in dat jaar benoemd tot secretaris-generaal van de Europese Commissie, de hoogste ambtelijke functie binnen de Europese Unie. Deze functie paste perfect bij hem volgens velen. Een diplomaat zei het volgende over Trojan: 
"Hij is de spin in het web van alle belangrijke informatiestromen. Er gebeurt niets van enig belang zonder dat hij het weet. Voor een wheeler-dealer als Carlo is geen betere functie te bedenken."

Na zijn studie Rechten in Leiden te hebben afgerond had hij verschillende functies: eerst bij het ministerie van Landbouw in Nederland en later stoomde hij door naar Brussel waar hij in de jaren tachtig kabinetchef was van de Nederlandse eurocommissaris Frans Andriessen die over het landbouwbeleid ging. In 1987 werd Trojan plaatsvervangend secretaris-generaal van de Europese Commissie waar hij tien jaar lang een belangrijke rol speelde. Hij stond bekend als een hardwerkende man, die oog voor detail had en ook geliefd was bij zijn collega's en vrienden uit hoge kringen. 

Groβes Verdienstkreuz 
mit Stern
In 1991 ontving hij van Duitsland een van de hoogste onderscheidingen, een Groβes Verdienstkreuz mit Stern (Grootkruis van verdienste met ster), vanwege zijn rol bij de grote hereniging van Oost- en West-Duitsland. Het is opvallend dat Trojan in het buitenland meerdere keren is onderscheiden voor zijn bijdrage aan de Europese eenwording, onder andere ook door Frankrijk, maar nog geen enkele maal door Nederland. Toch valt het niet te ontkennen dat zijn rol bij de Duitse hereniging van groot belang is geweest. Na de Val van de Muur duurde het slechts elf maanden totdat de DDR zich aansloot bij de BRD en daarmee ook lid van de EU werd. Dit was verbazingwekkend snel, aangezien andere voormalige Oostbloklanden zoals Tjechië en Hongarije jaren lang in overleg zijn geweest voordat ze mochten toetreden tot de EU. 

Zo verscheen er in 2010 een artikel over de Duitse hereniging en Trojans rol hierbij op de website van EurActiv verschenen: "Wie die DDR lautlos in die EU flutschte." Hierin werd uiteengezet dat het destijds in 1990 niet opviel dat de DDR zo 'geruisloos en onopvallend' volwaardig lid werd van de EU. Dit zou men pas jaren later inzien tijdens de moeizame toetreding van andere voormalige Oostbloklanden. De President van de Europese Commissie, de Fransman Jacques Delors, vroeg nog voor de Val van de Muur aan de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Hans-Dietrich Genscher: "Hans-Dietrich, woraf müssen wir uns einstellen? Kriegen wir ein 13. Mitglied?" Genscher antwoordde met "Nein, wir kriegen nicht ein 13. Mitglied, sondern eines von den Zwölf wird größer.", waarop Delors antwoordde "Ich habe verstanden."

Ook Carlo Trojan en de andere betrokkenen die de Duitse hereniging moesten voltooien hadden bij aanvang in januari 1990 niet gedacht dat het proces zou spoedig zou verlopen. “Wir waren natürlich ganz schön müde. Wir haben Tag und Nacht gearbeitet.” Hij weet niet meer wat ze tussendoor gegeten hebben, “aber ich kann mich erinnern, dass die Ostdeutschen gutes Bier hatten!”

En de Volkskrant eindigt het artikel met:
"Typisch Carlo: achter de schermen blijven, vrienden maken, doelgericht toewerken naar die ene ambitie, en die uiteindelijk ook waarmaken. Er is niets dat hij niet kan."
Op 3 oktober 1990 werd de Duitse hereniging een feit en staat ook bekend als de Tag der Deutschen Einheit. Deze dag is tot op heden een nationale feestdag in Duitsland.

3 oktober 1990

maandag 18 juni 2012

Conflict om Saarland


Zoals velen van jullie zullen weten is de relatie tussen Duitsland en Frankrijk in de afgelopen eeuwen niet altijd even vriendschappelijk geweest. Verschillende Duits-Franse oorlogen en de Eerste en Tweede Wereldoorlog zorgden voor veel spanningen gezorgd tussen de twee buurlanden. Een groot struikelblok was Saarland. 

Saar-Konventionen
Dit gebied, dat tegenwoordig een deelstaat van Duitsland is, ontstond in 1920 bij het Verdrag van Versailles. Vijftien jaar lang stond het onder toezicht van de Volkenbond, waarna via een volksstemming werd beslist of het bij Duitsland of Frankrijk wilde aanlsuiten, of dat Saarland de 'status quo' zou behouden. In 1935 stemde 90.7% voor aansluiting bij Duitsland en Saarland werd onderdeel van Hitlers rijk. Na de Tweede Wereldoorlog kwam Saarland in 1947 onder Frans bestuur te staan en dat terwijl er een miljoen Duitse inwoners woonden. Er werd op 3 maart 1950 een ‘Saar-Konventionen’, het Saar-verdrag, ondertekend door Robert Schuman (Franse minister van Buitenlandse Zaken) en Johannes Hoffmann (ministerpresident van Saarland).


Schuman
Schuman
Robert Schuman speelde tijdens zijn politieke carrière een belangrijke rol bij de totstandkoming van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in 1951. Deze internationale samenwerking gold voor de zes West-Europese landen Frankrijk, West-Duitsland, Italië, België, Nederland en Luxemburg. Deze organisatie was uiterst belangrijk om de toevoer van kolen en staal - onmisbaar voor de wederopbouw - te waarborgen. Tevens was het een belangrijke stap in de richting van een Europese eenheid en vrede. 

Ook was Schuman een groot voorvechter voor een Duits-Franse verzoening en in 1954 werd er door beide staten een voorstel gedaan om Saarland tot op zekere hoogte onafhankelijk te laten worden. Tijdens een tweede volksstemming werd dit plan verworpen doordat 67.7% tegen dit voorstel stemde. Een paar jaar later werd er toestemming gevraagd of Saarland deel mocht worden van de Bondsrepubliek Duitsland. Dit voorstel werd geaccepteerd en op 1 januari 1957 werd deze Kleine Wiedervereinigung een feit. 


Samenwerking
Niet alleen het vraagstuk Saarland, maar ook de oprichting van de EGKS - de voorloper van de EG en EU - zorgden voor internationale samenwerking en diplomatie tussen de West-Europese landen in naoorlogs Europa. De Bondsrepubliek Duitsland werd al enkele jaren na 1945 opgenomen in dit proces van Europese samenwerking. Met als overkoepelend doel: de vrede bewaren en behouden. Mannen als Schuman waren onmisbaar in dit proces. Hij wordt dan ook gezien als een van de stichters van Europa. 

Voor de liefhebber: 
Rainer Hudemann en Raymond Poidevin hebben een boek geschreven over Saarland: Die Saar 1945-1955. La Sarre 1945-1955. Ein Problem der europäischen Geschichte. Dit is boek is zowel Duits- als Franstalig geschreven. 

zondag 17 juni 2012

Het wonder van Leipzig


Op vrijdag 9 oktober 2009 plaatste NOS-correspondent Wouter Meijer het nieuwsbericht 'Het wonder van Leipzig' op de NOS-website. Het was toen twintig jaar geleden dat er in Leipzig, na Berlijn de grootste voormalige DDR-stad, een grootschalige demonstratie plaatsvond die tegen het DDR-regime gericht was. Met leuzen als 'Wir sind das Volk' (wij zijn het volk) en 'Keine Gewalt' (geen geweld) waren 70.000 mensen bijeen zonder dat de politie of de Sovjettroepen ingrepen. Dit was met recht een wonder te noemen als men kijkt naar eerdere opstanden in Oost-Duitsland. Zo was een grote opstand in Leipzig en in andere DDR-steden op 17 juni 1953 hard neergeslagen waarbij minstens 55 doden vielen. 


Nikolaikirche te Leipzich
Vredesgebeden
De opstand op 9 oktober 1989 was niet zomaar uit de lucht komen vallen. Al jaren lang werden er in de Nikolaikirche in Leipzig op maandag vredesgebeden georganiseerd door de lokale dominees. Tijdens deze politiek getinte kerkdiensten werden de kerkgangers opgeroepen om geweldloos in opstand te komen tegen het DDR-regime. Dominee Christoph Wonneberger organiseerde van 1986 tot eind oktober 1989 de vredesgebeden op maandag in de Nikolaikirche in Leipzig. Zo schreef hij op 9 oktober het volgende in zijn vlugschrift Wir sind ein Volk
„In de laatste weken zijn in verschillende steden in de DDR demonstraties gehouden die uitliepen op geweld: stenen gooien, kapotte ruiten, uitgebrande auto’s, gummiknuppels en waterkanonnen. Er is een onbekend aantal gewonden; van doden is sprake. Ook afgelopen maandag eindigde het in Leipzig met geweld. [...] Wij vragen iedereen: onthoud je van geweld! [...] Wij zijn één volk! Geweld onder ons laat eeuwig bloedende wonden achter! Partij en regering moeten voor alles voor de ernstige situatie verantwoordelijk worden gehouden. Maar vandaag is het aan ons om verdere escalatie van geweld te verhinderen. Daar hangt onze toekomst van af!”

Verzet tegen Honecker
Twee dagen voor de vreedzame opstand in Leipzig was in Oost-Duitsland uitbundig het 40-jarige bestaan van de DDR gevierd. Terwijl het bezoek van Michael Gorbatsjov aan Oost-Berlijn voor optimisme zorgde vanwege zijn glasnost-beleid, werd DDR-staatshoofd Erick Honecker, die geen hervormingen wilde doorvoeren, door protesterende mensen bestookt met anti-Honeckerleuzen. Gorbatsjov's boodschap aan de DDR-leiding was duidelijk: hervorming was noodzakelijk. 
"Wie te laat komt, wordt gestraft door het leven." 
Dit waren de woorden van Gorbatsjov. Enkele weken later werd Honecker afgezet door de partij.

'Maandagdemonstratie' te Leipzig - 16 oktober 1989
Ongekende gevolgen
Het massale, geweldloze verzet in Leipzig werd wereldnieuws en verspreidde zich in de daarop volgende weken over de DDR en zorgde voor grote druk bij het communistische regime. Precies een maand na 'het wonder van Leipzig' viel de Muur op 9 november 1989, de dag die de geschiedenis in ging als een dag die men van tevoren niet had kunnen voorspellen. De grenzen tussen Oost- en West-Duitsland gingen open en nog geen jaar later was de hereniging van beide Duitslanden een feit.  

Wellicht zou er zonder de inspanningen van enerzijds de dominees van Leipzig en anderzijds de kracht van de massa geen 9 november 1989 zijn geweest. Er is veel debat gevoerd over de vraag of Berlijn of Leipzig de 'heldenstad' was waar de eerste stappen naar hereniging werden gezet. In onder andere Der Zeit is hier een artikel over geschreven: 'Welche war die Heldenstadt?'

zaterdag 16 juni 2012

Terreur van de RAF


Wat blijft het verleden toch interessant en verrassend als je je erin verdiept. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen welk verband er tussen een eengezinswoning in het Haagse Scheveningen en de extreem-linkse Duitse terreurgroep Rote Armee Fraktion  (RAF) is. Dat vroeg ik mij dus ook af. We mogen ons gelukkig prijzen met het immer aanwezige wereldwijde web, waardoor we vragen zoals hierboven gesteld vanachter onze laptop kunnen onderzoeken. 


Rote Armee Fraktion
Wellicht zegt de zaak Schleyer jullie iets. Hanns-Martin Schleyer, een Duitse manager en econoom, is een van de velen die het slachtoffer is geworden van de RAF-praktijken. De Rote Armee Fraktion is opgericht in 1970 in de BRD en was anti-imperialistisch, anti-kapitalistisch en keurde gewelddadigheid tegen 'het systeem' goed. De APO, ook al genoemd in mijn vorige blog over Rudi Dutschke, viel uiteen eind jaren zestig. Studenten die zich niet aansloten bij de sociaal-democratische SPD of communistische KPD, maar een radicaler pad zochten om zich te verzetten tegen de overheid, sloten zich aan bij de RAF. De RAF-leden zagen met lede ogen aan dat voormalige nazi's na de oorlog belangrijke functies kregen in de maatschappij. Ook wilden ze dat de oorlogsgeneratie verantwoording aflegde over het nazi-tijdperk en dat er werd afgerekend met het nazi-verleden. De RAF heeft tientallen moorden, ontvoeringen en bankovervallingen op hun naam staan. Ze geloofden dat het gebruiken van geweld noodzakelijk én geoorloofd was om hun idealen te bereiken. Hoewel de RAF slechts uit tien tot twintig personen bestond, stonden de leden bekend als gevaarlijk, gewelddadig en terroristisch. 

Hanns-Martin Schleyer (1973)
De zaak-Schleyer
Op 5 september 1977 werd Schleyer ontvoerd door de RAF. Hij werd aanvankelijk vastgehouden in Keulen, waarna hij enkele dagen in een eengezinswoning aan de Stevinstraat 266 te Scheveningen werd verborgen. Doordat een vrouwelijk RAF-lid ontdekt werd door de politie, moesten ze Schleyer noodgedwongen overplaatsen naar de Brusselse plaats Sint-Pieters-Woluwe. Hier is hij gevangen gehouden tot 18 oktober, de dag dat hij vermoord werd. 



Afrekening met het nazi-verleden
Waarom werd Schleyer ontvoerd en vermoord door de RAF? Als je naar het verleden van Schleyer kijkt, begrijp je waarom. Schleyer werd in 1933 op 18-jarige leefdtijd lid van de SS en bleef dit tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ook was hij vanaf 1941 leider van de nationaalsocialistische studentenbeweging te Praag, waar hij verantwoordelijk wordt gehouden voor het vervolgen van linkse studentenleiders. Na de oorlog werd hij bij de denazificatie gekwalificeerd als 'meeloper' en kon ondanks zijn nazi-verleden een goede carrière opbouwen in het naoorlogse West-Duitsland. Vanaf de jaren zeventig was hij voorzitter van de Duitse werkgeversorganisatie Bundesvereinigung, der Deutschen Arbeitgeberverbände. Toen Schleyer gevangen werd gehouden door de RAF eiste de RAF vrijlating van elf RAF-leden. Deze eis is niet ingewilligd. Op 18 oktober 1977 werden enkele gevangen zittende kopstukken van de RAF dood aangetroffen in hun cel. Of het om collectieve zelfmoord of executie ging, daar wordt nog over gespeculeerd. Wel staat vast dat daarna Schleyer vermoord is vlakbij het Franse Mulhause. Zijn lijk is gevonden in de kofferbak van een auto. 


Haus Etna
De Scheveningse woning waar Schleyer enkele dagen is vast gehouden is enkele jaren geleden nog in het nieuws geweest, omdat pas in 2007 bekend werd gemaakt dat Schleyer daar verborgen is gehouden. Het huis, gelegen in een chique buurt, werd gehuurd door een vrouwelijk RAF-lid en stond bekend als 'Haus Etna', naar de schuilnaam van de huurster. Voor wie meer over het huis wil lezen, klik op de volgende link


Baader Meinhof Complex
De moord op Schleyer is slechts één voorbeeld van de terreurdaden van de RAF. Er is een aantal jaar geleden een film gemaakt over de RAF: Baader Meinhof Complex. De RAF stond namelijk ook bekend als de Baader-Meinhof-Groep. De film behandelt niet het gehele verleden van de RAF, maar eindigt met de dood van Schleyer in 1977, terwijl de RAF formeel tot 1998 heeft bestaan. Zie hieronder de trailer van de film. 




donderdag 14 juni 2012

`Wir hatten ein barbarisches, schönes Leben.`


De titel van deze blog is tevens de titel van de biografie over Rudi Dutschke (1940-1979), de belangrijkste woordvoerder van de Außenparlementarische Opposition (APO), de buitenparlementaire oppositie in West-Duitsland. Ten tijde van de roerige jaren zestig ontstonden er in West-Duitsland verschillende studentenbewegingen die zich verzetten tegen de overheid, de oorlog in Viëtnam en tegen de preutsheid van de jaren vijftig. Een daarvan was de Sozialistische Deutsche Studentenbund (SDS), aanvankelijk onderdeel van de SPD, maar later hiervan uitgesloten ten gevolge van de radicalisering van deze studentenbeweging. De SDS werd de kern van de APO en had onder studenten veel aanhang.


Rudi Dutschke
Rudi Dutschke vluchtte in 1960 van Oost- naar West-Duitsland en ging Sociologie studeren. Hier  maakte hij kennis met het marxisme en zijn wens werd dat de Bondsrepubliek, Adenauer was destijds aan de macht, grondig hervormd moest worden. In 1967 zei hij het volgende over de regering: 
“Het huidige parlementair systeem is nutteloos: we hebben in ons parlement geen vertegenwoordigers die de belangen van onze bevolking uitdrukken, de echte belangen van onze bevolking.” 
Dutschke was een begaafd spreker en werd daarom de leider van de demonstrerende studenten waar hij veel populariteit ondervond.


Aanslag
Eind jaren zestig liepen verschillende demonstraties in West-Duitsland uit de hand, te meer omdat ze door de politie hard neergeslagen werden. In 1967 werd tijdens een demonstratie een student door een politieagent doodgeschoten en een jaar later werd Dutschke neergeschoten door een rechtse extremist. Hij overleefde deze aanslag, maar hield er wel een hersenbeschadiging aan over. Door het langzame herstel van Dutschke kwam er een einde aan de APO. Het streven naar hervorming van het overheidsbeleid, dat volgens veel West-Duitse studenten niet democratisch genoeg was, bleef voortleven. Echter, er was geen eenheid meer. Studenten werden lid van de sociaal-democratische SPD of de communistische DKP. Enkele andere studenten radicaliseerden en sloten zich aan bij de Rote Armee Fraktion (RAF) die haar idealen door middel van terreur wilde bereiken.

Eenzame strijder
In Wir hatten ein barbarisches, schönes Leben werd door Rudi's vrouw Gretchen Dutschke helder beschreven hoe Dutschke's persoonlijke gezinsleven, samen hadden ze drie kinderen, eruit zag. Nadat Rudi de aanslag had overleefd, veranderde hij in een eenzame strijder. Gretchen beschreef dit zogenaamde 'nomadenbestaan' uitvoerig in de biografie. Uiteindelijk duurde dit eenzame bestaan tot halverwege de jaren zeventig. Vanaf dat moment raakte hij betrokken bij de anti-kernenergiebeweging en de oprichting van de eerste 'groene' partij, Die Grünen. In die tijd reisde hij ook veel en was hij zelfs tijdelijk gastdocent aan de Rijksuniversiteit van Groningen.

Ongelukkigerwijs haalde Rudi de veertig niet. Ten gevolge van de in 1968 gepleegde aanslag op hem, kreeg hij in de daaropvolgende twaalf jaar last van epileptische aanvallen. Op 39-jarige leeftijd overleed hij aan zo'n aanval.


'Wir hatten ein barbarisches, schönes Leben'
Zijn vrouw vond zes jaar later een brief van hem terug die hij enkele jaren voor zijn dood al had geschreven en die gericht was aan haar, voor het geval er weer een aanslag op hem zou worden gepleegd. Hierin schreef hij:

"Hoe graag ik met je heb willen samenwonen, heb ik je vaak gezegd en ik zeg het hierbij nog een keer. We hadden een barbaars, maar vaak ook mooi leven met elkaar."

De biografie over Rudi Dutschke geeft een goed beeld van een man die de maatschappij, het politieke systeem en de heersende moraal in West-Duitsland wilde hervormen. Die strijd kon eenzaam zijn. Maar, zoals Gandhi al zei: "Wees de verandering die je in de wereld wilt zien." En dat probeerde Rudi Dutschke te laten zien in zijn helaas veel te korte leven. 

Gedenkplaat van Rudi Dutschke te Berlijn

dinsdag 12 juni 2012

De andere kant van ´Spur der Steine´



Het werd een van de meest bijzondere producties uit de DDR genoemd: Spur der Steine. Een Oost-Duitse film, die in 1966 de premiere genoot. Slechts drie dagen was deze film te zien in de bioscopen van de DDR om vervolgens op de lijst van ‘verboden films’ te komen staan. Er zouden “anti-socialistische” elementen in voorkomen. De toenmalige minister van Cultuur in de DDR, Klaus Gysi, zei het volgende over de film: “Da er aufgrund von falschen politischen Positionen seines Regisseurs auch künstlerisch ganz schwach sei, eben ein Machwerk in jeder Beziehung.” Pas drieëntwintig jaar later, in oktober 1989, mocht de film weer worden vertoond in de Duitse bioscopen.

Spur der Steine
In Spur der Steine werd het verhaal verteld van een groep constructiearbeiders op de “Schkona” bouwplaats in de DDR. De eigenwijze voorman Hannes Balla (Manfred Krug) was de leider van een groepje vrienden, allen gekleed in een cowboy-outfit. Als zij na een vijfer-incident (zie filmfragment hieronder) te ver gingen, kregen ze bezoek van de nieuwe partijsecretaris Werner Horrath (Eberhard Esche). Tegelijkertijd kwam de knappe vrouwelijke ingenieur Kati Klee (Krystyna Stypulkowska) in beeld, waardoor er een merkwaardige driehoeksverhouding ontstond. Al met al een controversiele film, die de gemoederen in de culturele scene van de DDR bezig hield.




Frank Beyer
De film werd geregisseerd door Frank Beyer (1932-2006), een Duitse filmregisseur die vooral in de DDR werkzaam was. Zijn films waren kritisch tegenover het DDR-regime. De gevolgen van het uitbrengen van Spur der Steine waren groot. Omdat de film niet overeenkwam met de socialistische ideeën van de DDR-ideologie werd de film verboden en mocht Beyer de jaren erna geen films meer regisseren. Hij moest de Oost-Duitse filmmaatschappij DEFA verlaten en mocht zich aanvankelijk slechts bezighouden met wat Oost-Duits televisiewerk en het Dresdner Theater. Pas in 1974 mocht hij weer films maken voor de DEFA. Ook werd hem het lidmaatschap van de Oost-Duitse communistische Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED) ontnomen. Toen Spur der Steine na de ‘Wende’ (Val van de Muur) in 1989 alsnog werd vertoond, won het de Publieksprijs bij het internationale Filmfestival te Berlijn. Frank Beyer wordt nog steeds gezien als een van de grootste filmregisseurs van het voormalige Oost-Duitsland.