zondag 24 juni 2012

Helsinki-akkoorden

Op 3 juli 1973 vond de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE) plaats. Deze conferentie vond plaats in Helsinki en was een eerste stap richting internationale samenwerking op het gebied van veiligheid, economie, wetenschap, technologie, milieu en humanitaire zaken. Landen uit beide machtsblokken, het communistische blok Sovjet-Unie en het kapitalistische blok van de Verenigde Staten, namen deel aan de conferentie.  In 1975 ondertekenden 35 landen de slotverklaring, beter bekend als de Helsinki-akkoorden

Helsinki, 1975 - Ford (Verenigde Staten) en Brezjnev (Sovet-Unie)
Sovjet-Unie
Aanvankelijk was de conferentie in 1973 bedoeld als veiligheidsconferentie. Vooral de Sovjet-Unie had belang bij de conferentie, want ze hoopte op legitimatie van diens bezetting van Oost-Europa en economische voordelen. Er werden onder andere afspraken gemaakt over militaire inspecties,  de integriteit van grenzen, de Russische overmacht in Oost-Europa, handelsrelaties en mensenrechten. Brezjnev, die toen leider van de Sovjet-Unie was, dacht een goed akkoord te hebben ondertekend, maar hij - en vele anderen - onderschatten de invloed van de afspraken over mensenrechten.  

Westerse wereld
Naast de Sovjet-Unie waren ook de andere deelnemende landen - de Verenigde Staten, Canada en alle Europese landen met uitzondering van Albanië - verrast door het effect van de Helsinki-akkoorden. West-Europa hoopte aanvankelijk door ondertekening dat de communicatie en de reisbarrières tussen oost en west zouden verbeteren. Ook hoopten ze dat het vraagstuk over mensenrechten op de agenda zou komen.  West-Duitsland hoopte op toenadering van Oost-Duitsland. 

Dissidenten
Jaren later zouden de Helsinki-akoorden in de eerste plaats niet meer worden gezien als een  veiligheidsverdrag, maar als een verdrag van de mensenrechten. De afspraken die hierover werden gemaakt, maakten het voor dissidenten in Oost-Europa mogelijk om op wettelijke basis kritiek te mogen uiten op hun regering als deze zich niet hield aan afspraken over mensenrechten. Door de akkoorden had de overheid ondertekent dat burgers bepaalde burger- en mensenrechten hadden. Juist de dissidenten zorgden ervoor dat deze aanvankelijk weinig interessante passages bekendheid kregen. 



A New History
De bekende Amerikaanse historicus John Lewis Gaddis schreef in zijn meest recente werk The Cold War: A New History (2005) het volgende over de Helsinki-akkoorden: 
"Leonid Brezhnev had looked forward, Anatoly Dobrynin recalls, to the 'publicity he would gain... when the Soviet public learned of the final settlement of the postwar boundaries for which they had sacrificed so much'... '[Instead, the Helsinki Accords] gradually became a manifesto of the dissident and liberal movement'..."
Oftewel, hij bedoelde hiermee te zeggen dat de mensen die in dit communistische systeem leefden, vanaf 1975 officieel toestemming konden eisen om te mogen zeggen wat ze dachten. Zo werd twee jaar later in Tsjechië-Slowakije Charta 77 opgericht door onder andere dissident Václav Havel, die later president van Tsjechië-Slowakije werd.


OVSE
De gevolgen van de Helsinki-akkoorden waren groot. Zo werden onder andere de grenzen van Polen en de DDR - voorheen altijd een gevoelig punt geweest - erkend. Vooral voor de DDR was deze internationale erkenning belangrijk. Niet alleen voor dissidenten en politici waren de gevolgen invloedrijk, maar ook voor de Europese inwoners van tegenwoordig. Na Helsinki volgden nog zes conferenties in verschillende Europese steden. In de jaren negentig werd de organisatie hernoemd en kreeg het de naam Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Tegenwoordig heeft de organisatie 55 lidstaten. Dankzij de Helsinki-akkoorden zijn thema's zoals mensenrechten op de politieke agenda komen te staan en tot op de dag van vandaag wordt hier veel aandacht aan geschonken. 


Honecker (DDR) en Schmidt (BRD)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten