Op 3 juli 1973 vond de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE) plaats.
Deze conferentie vond plaats in Helsinki en was een eerste stap
richting internationale samenwerking op het gebied van veiligheid,
economie, wetenschap, technologie, milieu en humanitaire zaken. Landen
uit beide machtsblokken, het communistische blok Sovjet-Unie en het
kapitalistische blok van de Verenigde Staten, namen deel aan de
conferentie. In 1975 ondertekenden 35 landen de slotverklaring, beter
bekend als de Helsinki-akkoorden.
Aanvankelijk
was de conferentie in 1973 bedoeld als veiligheidsconferentie. Vooral
de Sovjet-Unie had belang bij de conferentie, want ze hoopte op
legitimatie van diens bezetting van Oost-Europa en economische
voordelen. Er werden onder andere afspraken gemaakt over militaire
inspecties, de integriteit van grenzen, de Russische overmacht in
Oost-Europa, handelsrelaties en mensenrechten. Brezjnev, die toen leider
van de Sovjet-Unie was, dacht een goed akkoord te hebben ondertekend,
maar hij - en vele anderen - onderschatten de invloed van de afspraken
over mensenrechten.
Westerse wereld
Naast
de Sovjet-Unie waren ook de andere deelnemende landen - de Verenigde
Staten, Canada en alle Europese landen met uitzondering van Albanië -
verrast door het effect van de Helsinki-akkoorden. West-Europa hoopte
aanvankelijk door ondertekening dat de communicatie en de reisbarrières
tussen oost en west zouden verbeteren. Ook hoopten ze dat het vraagstuk
over mensenrechten op de agenda zou komen. West-Duitsland hoopte op
toenadering van Oost-Duitsland.
Jaren
later zouden de Helsinki-akoorden in de eerste plaats niet meer worden
gezien als een veiligheidsverdrag, maar als een verdrag van de
mensenrechten. De afspraken die hierover werden gemaakt, maakten het
voor dissidenten in Oost-Europa mogelijk om op wettelijke basis kritiek
te mogen uiten op hun regering als deze zich niet hield aan afspraken
over mensenrechten. Door de akkoorden had de overheid ondertekent dat
burgers bepaalde burger- en mensenrechten hadden. Juist de dissidenten
zorgden ervoor dat deze aanvankelijk weinig interessante passages
bekendheid kregen.
A New History
De bekende Amerikaanse historicus John Lewis Gaddis schreef in zijn meest recente werk The Cold War: A New History (2005) het volgende over de Helsinki-akkoorden:
A New History
De bekende Amerikaanse historicus John Lewis Gaddis schreef in zijn meest recente werk The Cold War: A New History (2005) het volgende over de Helsinki-akkoorden:
"Leonid Brezhnev had looked forward, Anatoly Dobrynin recalls, to the 'publicity he would gain... when the Soviet public learned of the final settlement of the postwar boundaries for which they had sacrificed so much'... '[Instead, the Helsinki Accords] gradually became a manifesto of the dissident and liberal movement'..."
Oftewel,
hij bedoelde hiermee te zeggen dat de mensen die in dit communistische
systeem leefden, vanaf 1975 officieel toestemming konden eisen om te
mogen zeggen wat ze dachten. Zo werd twee jaar later in
Tsjechië-Slowakije Charta 77 opgericht door onder andere dissident Václav Havel, die later president van Tsjechië-Slowakije werd.
OVSE
De gevolgen van de Helsinki-akkoorden waren groot. Zo werden onder andere de grenzen van Polen en de DDR - voorheen altijd een gevoelig punt geweest - erkend. Vooral voor de DDR was deze internationale erkenning belangrijk. Niet alleen voor dissidenten en politici waren de gevolgen invloedrijk, maar ook voor de Europese inwoners van tegenwoordig. Na Helsinki volgden nog zes conferenties in verschillende Europese steden. In de jaren negentig werd de organisatie hernoemd en kreeg het de naam Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Tegenwoordig heeft de organisatie 55 lidstaten. Dankzij de Helsinki-akkoorden zijn thema's zoals mensenrechten op de politieke agenda komen te staan en tot op de dag van vandaag wordt hier veel aandacht aan geschonken.
OVSE
De gevolgen van de Helsinki-akkoorden waren groot. Zo werden onder andere de grenzen van Polen en de DDR - voorheen altijd een gevoelig punt geweest - erkend. Vooral voor de DDR was deze internationale erkenning belangrijk. Niet alleen voor dissidenten en politici waren de gevolgen invloedrijk, maar ook voor de Europese inwoners van tegenwoordig. Na Helsinki volgden nog zes conferenties in verschillende Europese steden. In de jaren negentig werd de organisatie hernoemd en kreeg het de naam Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Tegenwoordig heeft de organisatie 55 lidstaten. Dankzij de Helsinki-akkoorden zijn thema's zoals mensenrechten op de politieke agenda komen te staan en tot op de dag van vandaag wordt hier veel aandacht aan geschonken.
Honecker (DDR) en Schmidt (BRD) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten